Bonjour tout le monde,

hoe is het ermee? wat een zomer in Nederland, wateroverlast-minute ! 

Jullie je natje, wij ons droogje, hier was het water een tijd op rantsoen.

Hopelijk valt er nog wat te oogsten, de maïsvelden staan er troosteloos bij, maar de wijn kan hierdoor best fijn zijn, omdat minder water, meer smaak geeft.

Gelukkig hebben jullie op het laatst toch nog zomer, en zijn onze regendansen verhoord.

- De eerste trompet van Louis Armstrong ligt ergens in het vuile water -

We hebben wat bezocht,

de makelaar, ja waarachtig meneer de makelaar, en dat hadden we sinds begin december niet meer meegemaakt. Oh nee, nu vergeten we natuurlijk het intermezzo met onze spaanse makelaar en zijn talenwonder, enfin.

Deze makelaar stond ons, voor de kerk van Bernac, op te wachten. Hij was van middelbare leeftijd, had een breed postuur, met daarop een stevig rood hoofd. Hij stelde ons voor aan een vrouw die hij bij zich had, waarom die er bij was, is ons nooit duidelijk geworden.

We volgden hen richting Albi, na ongeveer 10 minuten sloegen we af en iets later stopten we op een boerenerf aan een landweggetje. We stonden voor een breed, gepleisterd huis, waarachter bijna 5 hectare zonnebloemen hun kopjes hadden laten hangen, en deze afgewend hielden, alsware ze in treurstemming over de aanstaande verhuizing van de boer.

Vanachter de boerderij kwam een gedrongen figuur aansjokken, een oudere man met een vaal bezweet linnen zomerhoedje op het hoofd, - de boer -, verder droeg hij een lichtblauw bemorst overhemd met een hoog over de buik opgetrokken korte broek, aangesnoerd met een stuk sisal touw, met uit die broek twee pezige perkamenten beentjes, gestoken in geitenwollensokken en sandalen.

We schudden elkaar de hand, waarbij een tandeloze glimlach ons welkom heette. Naast het grote hoofdgebouw stond een pigeonier, dus een heuze toren met vierkante spits, met op de top een bolletje. Daarnaast was een open gebied, verderop de ''grange'' (schuur), we gingen het bekijken.

We liepen door gangen en kropen door deurtjes in de donkere gebouwen, er hingen attributen aan de balken, vlak boven ons hoofd, een nylonkous, kettingen, streng knoflook, trechters, oliekannen, emmers, een fietsband, laarzen, muizenval, en nog meer zaken die ongetwijfeld hun nut hadden.

Er stond een oude tracktor in het half duister, het boertje liep er mompelend met pretoogjes heen, als een oude kwajongen, hij rommelde iets onder de half openstaande klep van de traktor, en plots, BOH BOH BOH BOH BOH BOH BROEEEEM KNAL BOE BOE BOE BOE BOE BOE BOE BOE BOE  "cinquante-cinq ans!!!!" ( 55 jaar ) riep hij triomfantelijk, terwijl wij bijna omkwamen in een CO2 wolk van donkerblauwe rook, van waaruit we hoestend en proestend naar buiten vluchtte.

Eenmaal op adem  gekomen, concludeerde we dat dit het nog niet was.

Het geheel had voor ons te weinig charme, maar bovenal, die 5 hectare treurende zonnebloemen staan op een ''NC-zone" dat wil zeggen, non constructible, omdat het landbouwgrond is.

Dus namen we afscheid van de boer die nagrijnzend uit een stinkende mist tevoorschijn kwam.

 

Er was nog een andere bezichtiging, in de buurt van Cordes, met een mevrouw de makelaar, we schatte haar onder in de dertig, ze had halflang rood krullend haar, een fijn besproet gezicht met felle helder-blauwe ogen en was gekleed in een zwierig zomerjurkje, waarin ze zich bijna vlinderachtig voortbewoog.

Ze was blijkbaar stellig van mening dat je een proprieté met woorden kan verkopen. 

Je kunt je haar voorstellen, vroeger als kind, wanneer ze dan even haar zin niet kreeg, ongeacht de plek, dat ze gillend en spartelend op haar rug ging liggen om zo haar willetje af te dwingen, tot grote schaamte van haar ouders, die dan ook onmiddelijk capituleerden.

Ze was druk babbelend, al haar charmes ten tonele voerend, met veel gevoel voor dramatiek, "zo'n romantisch gebouw, op de meest ideale locatie voor uw project, het is een droomplek". 

We raakten lichtelijk verdoofd. "En dat voor zo weinig geld? dat vind u nooit meer". 

(pas op voor makelaardij "het verwende nest")

"De rotsbodem laat geen chalets toe, en de gebouwen zijn te klein" brachten we in, maar ze ging door, "die prachtige bomen, en dat uitzicht, zo hard zijn die rotsen toch niet?, oh, die studio, moet die echt zo hoog zijn? en kijk nou die waterput is het niet enig, toch net een sprookje?!"

We bedankten haar voor de rondleiding, namen afscheid, en reden weg, haar zeer waarschijnlijk spartelend op haar rug achterlatend.

Als je daar ooit in dat bos komt kun je haar nog horen gillen.                            

De eigenaar van het gedoe met uitzicht op de pyreneeën, heeft nog steeds niets laten horen, de zoon is het er misschien niet mee eens dat het verkocht wordt, tja, zo kan dat hier gaan. 

Verder hebben we nog wel wat gezien, maar te weinig grond of te dicht op andere (buren) bebouwing. 

Ook de eigenaren van La Vernière laten het tot dusver afweten na ons tweede bod. 

Het gaat zoals het gaat, we houden moed.

In Cordes naar een expositie geweest van Felix Labisse, surrealistische schilder, o.a. vervreemde portretten, b.v. zittende naakte vrouw, wier hoofd een soort opengesprongen vijg is, en menselijke en dierlijke vormen in desolate landschappen zonder zwaartekracht, knap werk.

In St. Antonin Noble Val in het gemeentehuis een groepsexpositie van plaatselijke kunstenaars bekenen, er waren tekeningen, schilderijen, foto's, sculpturen, bronzen en smeedwerken. 

Er zaten fraaie dingen bij.

We zijn naar een wijnfeest in Gaillac geweest, het was geen oogstfeest, maar een wijnpromotiefeest. 

Alle wijnhuizen uit de Gaillacstreek waren vertegenwordigd. Bij de entree kreeg je een proefglas.

In het lommerrijke park Foucaud stonden circa 40 houten huisjes waar je kon proeven, proeven en proeven. Omdat het nogal warm was, en Maartens broer Marcel, die hier verbleef, meer een bierliefhebber is, hebben we eerst een paar biertjes gedronken die er ook te krijgen waren.

Achter de stand van Labastide de Levis stond Max, we kennen hem van gezamelijke eetpartijen op Lissart, onze eerste plek in Frankrijk. Max heeft zelf een wijngaard van 7 hectare, waar hij nu aan de oogst begonnen is, dat duurt ongeveer een maand

Ook ontmoette we er twee animatie-meiden, een blonde hollandse en een donkere jamaicaanse, van Domaine du Cèdre, waar we nu weer zitten. Ik (Maarten) vertelde de Jamaicaanse dat ik bij het post ophalen met haar mee had gedansd, ze had het niet in de gaten gehad omdat ze in een soort trance, de dans aan het repeteren was vlak voor een optreden.

Dus heb ik me weer helemaal voor niets uit staan sloven.

We tennisden veel in Cordes, vlak bij ons kampeerterrein Lissart. We konden met onze kaart voor een prikkie terecht, het is een complex met vier buitenbanen waar hagedissen doodgeserveerd kunnen worden, en daarnaast een voetbalveld waar een hele roedel kippen en kuikens het onkruid wiedt.

Om niet oververhit te raken moesten we 's morgens rond acht uur op de baan staan. 

Door de warmte was het water schaars, en de prefectuur verbood dan ook om auto's te wassen en gebood zelfs om beperkt te irrigeren, douches moesten met beleid gebruikt worden, was het verzoek, want in het dorp werd enige uren per dag het water al echt afgesloten. 

Voor de touristen was de langdurige droogte geen probleem, en enkele landgenoten hoorden met een zeker leedvermaak de Nederlandse weerberichten aan.

Flora en Fauna: 

Er zijn hier veel bijzondere orchideën in de vrije natuur, maar ook gewone in de winkels, met spiegelfolie-verpakking (de verdubbelaar). 

Hibiscussen en oléanders, zo in de koude grond, groots bloeiend in alle kleurvarianten.

We zien hier ook puttertjes, een  leuk gekleurd vogeltje. Carel Fabritius ( 1622-1654 ) heeft een mooi schilderijtje gemaakt, "het puttertje", ("le Chardonneret elegant" 1654) het vogeltje zit met een touwtje om een pootje vast aan een hokje met waterbakje, zo werden deze vinkjes in de 17de eeuw als huisdier gehouden. 

Het is een distelvink, en omdat het vogeltje, met een klein emmertje, water uit een bakje kan putten werd het liefkozend een puttertje genoemd. Carel Fabritius werkte in het atelier van Rembrandt, en was de enige leerling die een eigen stijl ontwikkelde, hij vestigde zich later in delft waar hij 12 oktober 1654, op tweeendertig jarige leeftijd om het leven kwam, bij de explosie van de grote kruitfabriek, waarbij een kwart van de stad Delft verloren ging, ook zijn atelier waarin veel schilderijen stonden werd verwoest. 

Er is maar weinig werk overgebleven.( het "puttertje" is in 2003 publiekelijk gerestaureerd, en is te zien in het Mauritshuis )

Hoog in de lucht cirkelen zwarte en rode wouwen op de thermiek, met hun scherpe ogen speurend naar een mogelijk 'déjeuner sur l'herbe'. 

Alain, de terreinverzorger heeft zojuist op ons verzoek een dode grote bonte specht in een emmer afgevoerd, we begonnen last van de vliegen te krijgen. 

En dan zagen we nog een fel groene leguaanachtige hagedis van ongeveer dertig centimeter lang, en die hadden we alleen eerder op de speelgoedafdeling van Blokker gezien.

Uit het zwembad hebben we een andere hagedis gered, uitgeput zat ie op de rand, met een zichtbaar bonkend hartje, je kon hem aaien, hij was te moe om te vluchten. 

De gote koningslibelle vliegt hier rond.

We hebben koningspages en koninginnenpages ( grootste europese vlinders ) gezien, en een hert dat ons lang bleef aanstaren en daarna vluchtte, het eekhoorntje dat ternauwernood aan onze autobanden ontsnapte, en altijd het geluid van krekels. En een Horzel niet op tijd gezien, maar dat straks.

Er wordt hier veel gefietst, in de bergen en op de heuvels, het zijn vaak oudere mannen, ze dragen bonte reklamekleding. 

Vroeger zag je dikwijls jochies die al dribbelend met rugnummer 14 over het voetbalveldje pingelden, om hun grote idool Johan Cruyf te imiteren, het leek met die wielrenners net zoiets te zijn, Bernard Hinaultjes, Joop Zoetemelkjes, en Lans Armstrongkjes, volwassen kerels die een fleurig Rabo- of  Discoverypakje aanschaften om de Tour na te spelen. 

Maar het ligt anders, de Rabobank, Credit Agricole, Discovery channel (Lans Armstrong) sponseren die kleding om zo jong talent te enthousiasmeren en te kweken voor de toekomst, vandaar een soort korting op die kleding, waar dan ook reclame op staat, voor wat hoort wat. 

En zo komen al deze veteranen voordelig aan hun fietskleding.

We gingen naar de Mediatheek om te Internetten, Pauline was het chalet nog aan het afsluiten, een grijs autootje was rechtdoor gereden, en ik (Maarten) draaide onze auto achteruit de binnenweg op, en stuitte ineens op een sponzige weerstand, in de buitenspiegel zag ik niets. 

Door de herrie van blower en airco, waar ook nog een franse nieuwslezer bovenuit probeerde te schreeuwen, had ik Pauline niet gehoord. ''Stop, stop!'', had ze geroepen. 

Ik stapte uit, en liep naar de achterkant van de auto. Daar zag ik dat ik bezig was geweest een Ford Ka van de weg te drukken. 

Uit het autootje stapte een furieus gebarende telefonerende Française, met een rood aangelopen hoofd, en idem permanent in het haar, op de neus een gouden vleugelbril, 

(de Ka van die Ford?). 

"Mevrouw, wat doet u nou toch, telefoneren in een rijdende auto?". "M'n portable ging af, in m'n tas op de achterbank, "Het was m'n zoon, hij werkt bij de politie, en daarom stopte ik, want m'n zoon vroeg": "'je bent toch niet aan het rijden he?"

Haar plastic autobumper had een lichte schaafwond. "'Mon mari !", ik heb deze auto net van hem gekregen, wat zal hij zeggen?, u weet toch hoe mannen zijn!?". Nee, dat wisten wij niet. 

Wie betaald dit?, wij kenden haar (boe)man niet, maar zij zat te telefoneren!, 

dus haar OUI tegen ons NON.

Ze zou het met haar man bespreken en er op terugkomen. We gaven haar een hand, om niet in een verkeerde sfeer uiteen te gaan, ze was tenslotte geschrokken, en wij van haar.

Later op die dag reden we het park op, voor het accueil (receptie) nu naar rechts, omdat we na het incident ook maar niet langer tegen de (kortere) richting in wilden rijden. 

Plotseling TUUT,TUUT!!! achter ons, een donkergroene Peugeot, waarin een hevig gesticulerende bestuurder zich kwaad maakte. Ik was even gestopt om een paar Belgen te feliciteren met de overwinning op Roland Garros. 

Met de staart tussen de benen reden we maar door naar huis. Het was de buurman van de Ford Ka, als nu de tam-tam maar niet zou gaan.

Af en toe begroetten we mevrouw Ka bij het zwembad in een turkoise badpak, sigaretjes rokend op een ligbed met een kruiswoordraadsel op schoot.

Een paar dagen later staat ze op onze verranda, ze vertelt dat haar man de schade aan haar auto niet noemenswaardig vindt en vraagt of wij de volgende avond bij hun het aperitief komen drinken.

Om half zeven staan we op haar terras, ze bied ons iets te drinken aan, een Ricard met ijs.

Even later komt haar buurman iets vragen, en bied ze hem een Whisky aan. 

We praatten over van alles, het referendum, de stranden aan de zuidkust, hun huis dat in aanbouw was en waarbij alles mis ging. 

Ondertussen kwam haar man thuis en nam ook een Whisky, naar goed frans gebruik. Ze klaagde over de vliegen bij haar bungalow "terrible", zo veel, veel meer dan normaal. “Ik laat de beheerder van het terrein alles onder het huisje schoon spuiten, misschien ligt er wel een dooie kat of zo".

''U had toch beter in uw achteruitkijkspiegel moeten kijken'', zei ze ineens, ''ja, ja'' beaamde de buurman gretig, nog wat olie op het aanwakkerende vuur gooiend, waarop ik enigzins ongemakkelijk ging verzitten.  

''Maar u telefoneerde!"  probeerde Pauline als brandweerman.

De (boe)man opperde om er over op te houden, en het glas te heffen. En dat deden we, daarmee de laatste resten van het vuurtje blussend. 

Ze nodigden ons uit om op hun Housewarming-party te komen. 

Zo zie je maar weer, eerst de knal en dan de fuif.

In de zomertijd verbleven we op "Lissart" in een mobil-home, 25 km hier vandaan, een naturistencamping, en dat kan ook zo z'n ongemakken hebben. Ik (Maarten) werd gestoken door een horzel ( taon ), op een zeer delicate plek. Het begon enigzins op te zetten, het werd binnen een paar uur erger en uiteindelijk verontrustend. 

Mevrouw de dokter constateerde een sterk allergische reactie. Menig franse kathedraal zou dit in de toren gehad willen hebben. Ik moest gelijk al een paar tabletten innemen bij de dokter, en bij de pharmacie kregen we ook nog een grote zak medicijnen mee. Ze beloofde dat het 's avonds al minder zou zijn, maar de zwelling breidde zich uit, en we moesten qua carillon al aan grotere kerkgebouwen buiten de landsgrenzen gaan denken, gelukkig was er de volgende dag verbetering, en 's avonds alles weer normaal ( tenminste zoals voorheen ).

En mocht je nu denken met een nieuw soort viagra op de markt te kunnen komen, vergeet dat dan maar,

want het gaat hier over het verschil tussen de obelisk uit Luxor op Place de la Concorde in Parijs en "bibendum", beter bekend als het Michelin-mannetje.

Dat was het weer even uit het franse leven, au revoir en tot mails,


Pauline Mataf et Martin de la Bruyère,

en nou dat "chateau" nog!