Hallo allemaal,


‘Impôt sur des chiffons de tête’, klinkt mooi hè ? is gewoon ‘kopvoddentax’, die Geert, hij wordt steeds Wilder.

Daar zijn we weer, door de hectiek van het werk, de voorbereidingen voor de cursus en de vele visite hebben we niet eerder de gelegenheid gevonden om te schrijven.
We hopen dat iedereen een fijne zomertijd heeft gehad.


Sinds onze laatste nieuwsbrief in februari is er weer veel werk verricht; betonnen vloeren zijn gestort in de toekomstige studioruimte en de ruimte ernaast onder het woonhuis.
Het tweede grote kozijn is geplaatst, dit had nogal wat voeten in de aarde; de bovenlichten zaten er scheef in en hadden een ander profiel dan die van het kozijn ernaast.
Eindelijk na drie maanden kwamen ze het herstellen, maar bij deze actie braken ze een van de ruiten met dubbel glas, die pas na een maand weer werd vervangen.
De deuren moesten ook nog voorzien worden van andere krenken, dezelfde als het kozijn ernaast.

Nu moet een deur nog sluitend gemaakt worden, we zien ze wel komen, maar alles staat in de verf en het ziet er goed uit!

 

In het voorjaar hebben twee Poolse broers de muren van de ‘studio’ ruw afgesmeerd, als voorbereiding hadden wij alle grote gaten en oude raamopeningen en nissen dichtgemetseld.
Omdat de achtermuur erg achterover helde, hebben we daar een rechte muur van bouwblokken voor geplaatst.
De twee Polen hadden hier een week kost en inwoning, zodat ze optimaal de tijd konden benutten.

Gelukkig spreken ze redelijk Engels en een beetje Duits.
Ze zouden van de zomer terug komen om de muren af te stuken, maar ze hadden alleen tijd in de week dat wij hier de beeldhouwcursus hadden, jammer.
Van het sanitairgedeelte hebben we vloeren en wanden betegeld, gevoegd en het overige gestuukt.
Alain heeft het loodgieterwerk gedaan. Het elektrische gedeelte functioneert nu ook zoals het hoort, alle haspels, verlengsnoeren en loshangende bedrading met kroonsteentjes zijn verdwenen.
De trap naar het zwembad is door ons betegeld en de buitendouche is met mozaïek afgewerkt
Ook in het gitesgedeelte zijn we begonnen met de ruwbouw, d.w.z. een tussenmuur geplaatst, rotte balken verwijderd, en balken opgekrikt en ingemetseld.
Daniel, de buurman met het loonbedrijf, heeft op ons terrein veel graafwerk verricht, waaronder oude boomstronken uitgegraven en afgevoerd, de grond tussen de twee putten geëgaliseerd – hierbij kwamen twee obeliskvormige stukken steen van ruim een meter tevoorschijn- die nu het entree van ons terrein sieren.
Ook heeft Daniel de grond uitgegraven voor de betonvloer van de toekomstige veranda, oude betonnen elektriciteitspalen afgevoerd, en zo heeft hij in totaal meer dan dertig werkzaamheden verricht.

 

In het voorjaar hebben we bij een kweker ca zestig laurierstruiken gehaald en drie ‘pin parasols’, dit zijn grove denachtige boompjes die als ze groter zijn een parasolvorm krijgen, en dus een goede beschutting tegen de zon vormen.
Wij zijn begonnen met het graven van de kuilen voor de laurier, maar na twee struiken geplant te hebben waren we zo bekaf door het werk in de harde grond met de vele keien, dat we weer de hulp van Daniel met zijn graafmachine hebben ingeroepen, het was op deze manier in een halve dag geklaard.
De laurier moest een halve meter worden teruggesnoeid na het plaatsen – ze waren ca twee meter hoog toen we ze kochten – en ze vragen om regelmatig en veel water, deze zomer is zo droog geweest dat een aantal kwijnende is, ondanks de goede zorgen van Pauline d’r moeder die bij 40°C trouw alle laurier afliep met de tuinslang, terwijl Pauline d’r vader zich bezig hield met het lakwerk van de ramen en kozijnen, en wij aan het zwembad lagen te zonnen en van onze cocktails nipten.

 

Er is sowieso veel hulp geweest van andere familie en vrienden, waar we veel aan hebben en ook aan gezelligheid heeft het niet ontbroken.
In mei zijn we gaan stemmen voor het Europese parlement. In de ‘salle des fetes’ van ons dorp was het stembureau ingericht, op een lange tafel lagen van alle partijen folders, maar van de partij waar wij op wilden stemmen was er niets.
Je moet een deel van de folder hebben om te kunnen stemmen, samen met je kieskaart gaat het in een enveloppe en zo de stembus in. De burgemeester vertelde dat we thuis van Internet de brochure moesten downloaden en uitprinten, dan konden we onze stem uitbrengen. We hebben gelijk wat meer uitgeprint voor andere kiezers die op de ‘Newropeans’ zouden willen stemmen.

 

Een paar dagen voor de aanvang van de beeldhouwcursus moest er nog een hoop werk verzet worden, de douches werkten nog niet en het elektra ook niet.
Als werkbokken voor de cursus hadden we bedacht om grote betonnen bouwblokken 50X20x20 cm te gebruiken, die moesten nog wel gehaald worden, honderd stuks à 20 kg per stuk, drie keer naar Gaillac op en neer. Later worden ze opgewerkt in een muur van de gites.
Servies en bestek moest ingekocht worden bij IKEA in Toulouse. Voor de cursisten hadden we al eerder onderdak gezocht en geregeld in de omgeving, en dat voor de drukste week van het jaar. Het is gelukt maar sommige mensen hebben op drie verschillende locaties moeten slapen.
Ook moesten we recepten uitzoeken en menu’s samenstellen. We zouden voor 15 personen koken, lunch en diner, het ontbijt voor 5 personen. De franse cursisten nuttigden hun maaltijden thuis.
Een flinke berg metselzand moest weggeschept worden, de betonmolen uit het zicht gehaald en het gras gemaaid met de zitmaaier.

Op dat moment was Alain voor de derde dag bezig een lekkage op te lossen – de stress begon al wat op te lopen – en op de valreep vloog er dan ook nog van onder de maaier een steen ‘PANG’ door de autoruit van Alain, alles zat onder het glas, de hele achterbak vol glasscherven inclusief een geopende gereedschapskist en de hondendekens, dus de stofzuiger erbij en schoonmaken. Je verveeld je hier nooit!

 

We hadden al maanden geleden een stoppenkast gekocht, het was een goede aanbieding en Olivier, de elektricien, vond dit ook, maar nu hij ermee ging werken bleek het rommel te zijn, en moest er weer snel voor veel geld een nieuw binnenwerk gekocht worden. Hij heeft tot op de dag voor het eerste cursusbezoek nog aan de elektriciteit van het sanitair gewerkt.
Eindelijk was er verlichting en de boilers hadden het water nog maar net opgewarmd toen de cursus begon.

 

‘Beeldenstorm’:
Het was zaterdag 1 augustus, het was al vroeg zonnig en lekker warm, rond het middaguur waren bijna alle cursisten met drie extra vakantievierende familieleden uit Nederland gearriveerd (enkele waren vrijdagavond al aangekomen en daar hebben we à la minute een chambre d’hote voor kunnen regelen)
Het was broeierig warm geworden en een lichte bries stak op die iets verkoeling gaf. Ongeveer zes uur was iedereen aanwezig en stonden wij klaar met het ontvangst-aperitief, een methode Gaillaçoise, buiten onder de parasols bij twee lange tafels die klaar stonden voor het diner dat later zou volgen.
Iedereen maakte kennis met elkaar, en juist toen we aanstalten maakte om de flessen te openen voelden we de wind stevig aanwakkeren en zagen we de lucht in snel tempo
van middengrijs naar donkergrijs met gele accenten veranderen. We stonden gefascineerd te kijken hoe rechts van het huis de wolken van ons af dreven en links met een hoge snelheid op ons af kwamen, er was even geen oog voor de wijn.
Het begon steeds harder te waaien, we besloten de tafels en stoelen naar de grote grange te brengen, ook de parasols gingen naar binnen. De wind bleef aantrekken en het begon er echt dreigend uit te zien, met grote haast hielp iedereen mee zo veel mogelijk losse spullen naar binnen te brengen.
Even later stonden we met z’n allen in de grote grange, ontkurkten de flessen en schonken de wijn in de glazen.
De wind begon nu echt te razen, iedereen stond geboeid naar buiten te kijken, takjes en bladeren vlogen door de lucht, daar zagen we plotseling Annemarie, de cursusleider, van de caravan naar het grote raam rennen, ze begon aan een luik te trekken om het te sluiten maar het lukte niet, er stond te veel wind. Enkele van ons riepen en gebaarden dat ze via een van de deuren aan de achterkant naar binnen moest komen, ze liet de luiken los en rende naar de achterkant.
Je kon elkaar binnen amper nog verstaan, de dakpannen ratelden en een zware bastoon bromde door de lucht.
Aan de achterzijde werd een luik open gedaan voor Annemarie, ze probeerde binnen te komen en het luik achter zich te sluiten, dat lukte niet want er waren geen handgrepen om het luik dicht te trekken. Meerdere mensen schoten te hulp, er was geen grip op de deur te krijgen, ineens hield ze de deur niet meer en werd ze door de wind opgepakt en vervolgens een paar meter verder tegen de betonvloer gesmeten, met man en macht werd ze naar binnen geholpen, ze bloedde aan haar hoofd en had moeite met lopen.
Met vier man is de deur dicht getrokken en vergrendeld.
Binnen werd ze verzorgd. De herrie werd nu versterkt door het geluid van hagelstenen die op het dak tikten en tegen de ruiten sloegen, de elektriciteit was inmiddels uitgevallen.
Bij kaarslicht hieven we het glas op de indrukwekkende ontvangst op Les Landes.
Het natuurgeweld nam langzaam in kracht af, en het werd iets rustiger. Maar dat was de luwte voor de ‘grande finale’: een enorme donderslag gevolgd door een knetterend flitsende roffel luidde het einde in, en de storm blies langzaam de aftocht.
Zulk geweld hadden we hier nog niet eerder meegemaakt, want zelfs de storm in januari die veel langer aanhield was niet zo heftig.
Ook was er weer stroom en dat was wat betreft de ovenschotels voor het diner van essentieel belang, gelukkig voor de gratin dauphinois en de coq au vin!
Zodra dit kon zijn we de schade buiten gaan bekijken, en ook twee van de franse cursisten – waaronder Astrid onze buurvrouw- wilden snel weten hoe hun wijngaarden erbij lagen, (later bleek de schade 20 tot 30% van de wijnstokken te zijn).
Bij ons was er ook schade maar we konden er nu niet te lang bij stil staan, want het diner moest geserveerd worden.
De avond verliep verder rustig, maar de ‘orage’ had in het gezelschap nog wel z’n weerklank.
Wat de cursus betreft was zondag een rustdag, en wij hoefden alleen voor de gasten het diner te verzorgen, maar door de storm liep dat even anders; het zwembad en het terras lagen vol bladeren en takken, alle vijf de ligstoelen waren vernield en lagen her en der verspreidt, een vonden we zelfs na lang speuren meer dan honderd meter verder tussen de wijn, alles bij elkaar hebben we met moeite weer drie bruikbare bedden kunnen samenstellen.
De pergola bij de voordeur lag er ingestort bij, het metaal verwrongen en ontzet, met veel kracht was alles terug te buigen. De grote buitenlantaarn bij de voordeur was totaal vernield, alleen de draden staken nog uit de muur.
De voortent van de caravan was in een bouwvallige patio veranderd. Tuinmeubilair lag her en der verspreidt op het achterterrein. Grote tot zeer grote takken zijn afgebroken en uit de bomen gewaaid, pas over een week zouden we de tijd hebben om die te kunnen verzagen.
Van de 7.800 dakpannen waren er 4 gebroken, vlak bij elkaar, een meevaller!!!

 

Maandagochtend zijn we met de hele groep naar de steengroeve gegaan, hier kon iedereen z’n eigen steen uitzoeken.
De komvormige groeve, de grote witte brokken en stukken steen, alsmede de motregen gaven het geheel een surrealistische aanblik, bijna sereen.
Toen de stenen waren uitgezocht en ingeladen, gaf de eigenaar op ons verzoek nog een kleine rondleiding met uitleg op het werkterrein, hij is Engelsman en exploiteert al ruim 20 jaar deze groeve, ze zagen er kalksteen maar ook de donkerder en dieper gedolven steen, voor restauraties van gebouwen onder andere voor het maken van lateien, friezen en hoekstenen, maar ook de draakachtige waterspuwers van de St.Cecile in Albi worden hier opnieuw gehouwen als er een afgebroken is.
Bij het voorgesprek vroegen we naar de kosten voor de stenen, zijn antwoord was, ‘by me a drink’, dus hadden we nu een doosje wijn bij ons.
Bye, Bye, Andrew, en de karavaan reed terug naar Les Landes.

 

Het was miezerig weer, maar toen de cursisten hun stenen op de bok hadden gezet en het kappen begon was het inmiddels droog en een waterig zonnetje liet zich aarzelend zien, de hele week verder werd het prachtig weer, ’s morgens sleepten we schaduw aan met parasols, ’s middags deden de bomen dit werk.
Het hoge opgewekte getik van metaal op steen, metaal op metaal en hout op metaal was voortdurend te horen, terwijl wij de sla wasten, de groenten sneden, het vlees braden, de tafels dekten, taarten bakten, de vaatwasser in en uit ruimden, koffie en thee zette en zo nu en dan wat foto’s maakten.
Na twee dagen begonnen de eerst nog zo amorfe stenen iets voor te stellen.
Elke middag was er een pauze van half één tot vier uur, eerst de lunch, dan voor velen relaxen bij het zwembad, nou ja relaxen, vechten om een van de drie overgebleven ligbedden.
Het diner was elke avond zeer geanimeerd en ontspannen, we hebben ze die week Frans laten tafelen; tarte aux tomates, profiterolles, Boeuf Bourguignonne, tarte aux prunes, Bouillabaise, salade au magret de canard, coq au vin, confit de canard, salade de Gésiers, Aubergines farcis, gratin dauphinois, tarte au Roquefort, poulet Basque, en natuurlijk de patés en fromages.
Woensdag was een vrije dag, Maarten heeft met een deel van de groep een korte wandeling verzorgd en mensen wegwijs gemaakt in Albi.
Aan het eind van de dag was iedereen weer terug voor een rondleiding en een wijnproeverij bij onze buren, er werd genoten van de verschillende rode en witte wijnen, er ging heel wat mee naar Nederland.
Nog twee dagen werd er hard gekapt, de vorderingen waren goed te zien. Vrijdagmiddag was de laatste les en de meesten stonden alleen te raspen of met nat schuurpapier hun beeld te bewerken.
Men ging wat langer door dan normaal en aansluitend was er een kleine eindexpositie, waar nog wat mensen van buitenaf bij waren om samen met ons allen het aperitief te nuttigen.
Het was een zeer geslaagde week die heftig begon maar ontspannen eindigde.

 

In Cordes zijn we naar het Yves Brayer museum geweest, een expositie van metalen draadfiguren, mooi werk, suggestief door z’n eenvoud.
In Gaillac naar een expositie in het Musée de Beaux Arts geweest genaamd
‘De Braque à Vlaminck’, een lithografieverzameling uit de privécollectie van Jules Cavaillès, schilder en verzamelaar, waaronder werk van; Chagall, Derain, Dufy, Picasso, Pisarro en van Dongen en anderen, ook de naamgevers van de expositie. Zeer fraaie verzameling.
En dan nog een bezoek aan Musée du pays Vaurais in Lavaur, de expositie ‘ Orages et tempêtes’, veel oude schilderijen met spectaculaire stormen en schipbreuk, alsof het al in de lucht zat.

 

Gezien:
Een Koningspage op de lavendel bij het zwembad.
Een camouflagemot op een Poolse autoband (weet iemand de naam van deze mot?).
Een vleermuis die de verdrinkingsdood nabij was, uit het zwembad gered.
Een kikker op de drijvende thermometer van het zwembad.
Een pakezel op vakantie in Cordes sur Ciel.
En dit jaar was er weer een nest met jonge valken in het gat in de muur van de paardenstal. De ouders vlogen af en aan met prooien, ze groeiden gestaag en na het uitvliegen kregen ze lessen in het vangen van voedsel, maar dat ging ook wel eens mis, zo vonden we ’s morgens op de ontbijttafel buiten een dode muis en een dode cigale (grote krekelsoort).
In een nest in de lindeboom, dicht bij de valken was net een gezin gesticht van Vlaamse gaaien, maar omdat de valken iets eerder uitvlogen denken we dat ze bij de buren voor het eerst buiten de deur zijn gaan eten, er was een hoop herrie en een waar slagveld onderaan de boom.

 

Bij het Aldi filiaal in Gaillac hebben ze een verplichte watervoorraad als bluswater, het is een groot gat bekleedt met landbouwplastic, er staat niet zoveel water meer in door de droogte. We kijken meestal even in dat gat omdat er zoveel kikkers in leven. Dit keer zat er geen kikker, maar een hond, angstig bibberend en verzwakt.
De supermarktmanager heeft het beest gered door met een touw af te dalen in het gat en ‘m bij z’n halsband naar boven te slepen. De hond huppelde dolgelukkig z’n vrijheid tegemoet. Tegenwoordig kijken we even in het gat of er een hond zit.
In het voorjaar was er een duivenkoppeltje door de openslaande deuren de grote grange binnen gevlogen, gewend als ze waren aan de open situatie van vroeger, dachten ze hier een nest te kunnen bouwen. Maar toen een van ons binnen kwam, schrokken ze op en vlogen weg, ze namen gewoon de oude route naar buiten, één vloog tegen de deur, krabbelde overeind en vloog naar buiten, de ander vloog tegen het bovenlicht en brak zijn of haar nek. Het beest bloedde en lag fladderend rondjes te draaien op de vloer. Gelukkig heeft Alain de duif uit z’n lijden verlost.
En dan nog een slang van wel 70 cm lang met een geel/zwarte tekening die bij de voordeur lag, toen de camera gehaald was, was de slang verdwenen, dus we zullen nooit weten of het een python, cobra of boa-constrictor was, een brilslang was het zeker niet, …… of met lenzen?

Dit was het weer even vanuit het soms wel erg turbulente franse leven.

Au revoir,

Pauline en Maarten